top of page
464BF3AF-52AD-4048-B433-D02FF4420A74-D6B

EVI'S PEN

In deze rubriek kan je een kijkje nemen naar mijn communicatieve creaties.  Van tekst tot beeld en weer naar woord. Opdrachten voor mijn opleiding, maar ook persoonlijke stukken. Eens iets anders dan een blog dus. 

Veel kijk, lees en luisterplezier. GENIET.

EVI'S PEN: Welkom

ICH HAB’ NOCH EINEN KOFFER IN BERLIN

Als er één persoon is waar ik een heel geschiedenisboek over kan schrijven dan is het mijn grootvader, hij is 88 jaar oud en zijn naam is Jan. Samen met zijn vrouw Maria woont hij in Boom en hebben ze twee kinderen. Mijn vava is een echt podiumbeest, al heel zijn leven lang doet hij niets liever dan in de spotlights staan. Van acteren tot gidsen tot verhalen vertellen, hij doet het allemaal. Al deze creatieve kantjes heb ik van hem geërfd. Hij is dan ook een erg belangrijk persoon in mijn leven. 

Hoe het begon

Toen mijn vava negen jaar oud was brak de Tweede Wereldoorlog uit. De Duitse soldaten vielen de Antwerpse dorpen binnen en namen heel wat gebouwen en materiaal in beslag. Net zoals vele gezinnen in Boom en omstreken hadden Jan en zijn familie het niet erg breed. In België in die tijd was er ook zeer weinig werkgelegenheid, het was dus zeer moeilijk om zo je gezin te onderhouden. Op een dag vroegen de Duitse soldaten aan de vader van Jan of hij mee wilde werken in Duitsland. Dit had enkel voordelen, de arbeiders kregen er een plaats om te slapen, kledij en werden dubbel zoveel betaald dan in België. Lang werd er niet over nagedacht, al snel vertrok Jan’s vader naar een fabriek in Duitsland. 

Wanneer hij na een jaar terugkwam op korte vakantie besloot ook de moeder van Jan mee te verhuizen naar het Duitse dorp. Natuurlijk was mijn vava hier niet gelukkig mee want hierdoor moesten hij en zijn broer voor een lange tijd logeren bij nonkel Rik, die al weleens losse handjes had. Na lang smeken is het hem dan toch gelukt, hij mocht mee naar Duitsland. Wat hij daar ging doen wist hij nog niet, hij wist alleen dat hij dicht bij zijn familie was en dat het een heus avontuur zou worden. 

Jan woonde van december 1941 tot augustus 1943 in Bernau, een dorpje net buiten Berlijn. Hij bracht hier dus een groot deel van de oorlog door. Toen ik mijn vava vertelde dat ik op reis zou gaan naar Berlijn was hij een beetje jaloers. Hij beschreef specifieke plaatsen in de stad en vertelde mij enkele anekdotes over dingen die hij had meegemaakt gedurende die periode. Hij besefte dat hij deze reis wellicht nooit meer zou kunnen maken vanwege zijn oudere leeftijd. Voor hem is de stad dan ook van heel speciale waarde. Ik beloofde mijn grootvader dat ik voor hem “zijn reis” zou verderzetten. De plekjes die hij beschreef in zijn anekdotes zou ik voor hem een laatste keer bezoeken. 

“Ich hab’ noch einen Koffer in Berlin” is een lied geschreven in de jaren vijftig door Marlene Dietrich. Marlene was een zangeres die tijdens de Tweede Wereldoorlog de rug toekeerde naar het regime van Hitler en Berlijn verliet. Enkele jaren later kreeg ze heimwee naar de stad en schreef ze dit lied. Voor mijn grootvader heeft het lied een grote emotionele waarde. Het gaat over het verlangen om terug te keren naar een stad waar iemand is opgegroeid. 

Hier start mijn verhaal. Ik zal je vertellen over mijn reis naar Berlijn en welke speciale plekken ik heb bezocht. Het is een reis waar ik een emotionele bagage heb opgepikt en meegedragen. De koffer van mijn grootvader, die ik nu voor de laatste keer mee naar huis breng. 

December 1941

In december 1941 kwamen mijn grootvader en zijn ouders aan in Düsseldorf. Omdat het gezin ondertussen al wat meer geld had besloten ze een huisje te huren. Jan maakte al snel vrienden en sprak de Duitse taal in enkele maanden tamelijk goed. Wat hij wel merkwaardig vond was dat wanneer mensen elkaar begroeten op straat, ze geen “Hallo” zeiden maar “Heil Hitler!”. Wanneer mijn vava later ook verplicht naar school moest gaan, merkte hij op dat Hitler overal aanwezig was. In de klas zongen ze voortdurend liedjes waarin hij verheerlijkt werd en overal waren er foto’s en boeken met zijn gezicht op. Omdat ze in die tijd in Duitsland Gotisch schreven was het voor mijn grootvader zeer moeilijk de Duitse taal te schrijven en al snel moest hij een jaar blijven zitten.  

Van de Jodenvervolgingen merkte hij zeer weinig op. In de buurt woonde een vrouw die twee Joodse kindjes verstopte in haar huis, hier speelde hij veel mee. Gelukkig werden de kinderen nooit opgepakt. Na een tijd merkte de moeder van Jan dat het niet veilig was om in Düsseldorf te blijven. Ze had nog enkele vakantiedagen tegoed en besloot om met haar zoon tijdelijk naar een ander dorp te gaan, Bernau, wat dus net buiten Berlijn lag. Hier bleven ze uiteindelijk tot 1943 wonen. Jan’s vader moest echter in de fabriek achter blijven. 

Een leven in Berlijn

Over het algemeen voelde mijn grootvader zich erg veilig in Berlijn. Als kleine jongen ging hij vaak alleen op avontuur in de stad. Als ouder moest je je zeker geen zorgen maken over de veiligheid van je kind. Mensen met slechte bedoelingen, zoals pedofiele gedachten, werden meteen om het leven gebracht of weggestuurd naar “de gevangenis”. Later bleken dit dus de concentratiekampen te zijn. 

De eerste jaren van de oorlog werd Berlijn nog niet gebombardeerd en was de stad in volle bloei. Vooral in de Unter den Linden straat was veel te beleven. Het was een lange drukke straat met mooie gebouwen. Mijn vava reed hier vaak naartoe wanneer hij zich na school verveelde. Naast het gezin van Jan waren er nog honderden Belgische gezinnen die tijdens de oorlog aan het werk waren in Duitsland. Op een dag kwam hij op de Unter den Linden straat een jongen tegen die ook van Boom afkomstig was. Het was voor hem heel fijn om een bekend gezicht tegen te komen. In de periode dat hij in Duitsland leefde had hij vaak heimwee naar huis en zijn vrienden en familie waarvan hij gescheiden was. 

De Unter den Linden 

De Unter den Linden straat kwam uit op de Pariser Platz. Dit was en is nog steeds een prachtig plein. Tussen de indrukwekkende gebouwen van die tijd stond er een volkstheater. Hier kocht de moeder van Jan voor een lage prijs tickets en kwamen ze regelmatig naar een voorstelling kijken. In het begin sprak mijn grootvader de Duitse taal nog niet goed en verstond hij er dan ook niet veel van. Toch was hij geïmponeerd door de acteurs, het decor en de mooie kostuums. Hier heeft hij zijn liefde voor theater gevonden, die hij aan mij dan ook heeft doorgegeven. Deze passie voor kunst en acteren is iets wat we met elkaar delen. 

Het openbaar vervoer

Wanneer mijn grootvader op ontdekking ging in de stad, nam hij steeds het openbaar vervoer. Ook dit was relatief goedkoop en erg goed georganiseerd door de aanleg van extra sporen onder het regime van Hitler. De S en U bahn waren modern en erg speciaal voor mensen die nog nooit een metro onder de grond hadden zien rijden. Je kon binnen een zeer korte tijd je verplaatsen in de stad, de S van S bahn stond dan ook voor “schnell”. 

De SS’ers hingen in die tijd verschillende Duitse boodschappen op die het volk moest naleven. Ze werden op verschillende plaatsen vermeld en herhaald waardoor mijn vava er enkele nog van uit het hoofd kent. Zo hing er in de stations bij de treinsporen steeds de boodschap “Rädern rollen führ den sieg” of “De wielen rollen voor de overwinning”. Dit betekende dat men de treinen zo veel mogelijk moest vrijhouden voor de SS-soldaten om zich te verplaatsen. Vooral zij “verdienden” het om deze sporen te mogen gebruiken en dus niet het gewone volk. Dit was voor Jan’s gezin niet echt een probleem, de boodschap diende niet voor de S en U bahn die de meeste mensen gebruikten als vervoersmiddel. 

Een andere boodschap die je ook erg vaak tegen kwam was “Aufpassen feind hört mit” of vrij vertaald: “Wat je weet mag je niet vertellen”. In die tijd waren er veel Duitse soldaten die vaak met gruwelijke en geheime verhalen thuiskwamen. Wanneer je als burger weet had van deze feiten mocht je ze niet verder vertellen. Als je dit wel deed kon je ervoor gestraft worden of zelfs van het leven beroofd worden. 

Het meer van Wannsee

In de zomer gingen Jan en zijn vrienden steeds naar het meer van Wannsee. 

Het was dé perfecte locatie om te zwemmen en even alle zorgen rond de oorlog te vergeten. Mijn grootvader had altijd al oog gehad voor de grote prachtige huizen die rondom het meer gebouwd waren. Dat de conferentie rond de Jodenvervolging zich afspeelde in een van deze huizen wist hij toen natuurlijk nog niet. Het huis van Wannsee zelf wou hij altijd al eens bezoeken. Daarom was dit museum de perfecte plaats voor mij om eens te bezichtigen. 

De Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche

De Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche was vroeger een prachtige kerk die zich midden op de Breitscheidplatz bevond. Telkens als hij hier voorbij kwam was hij geïmponeerd door de pracht van dit gebouw. De kerken die hij in de buurt van Boom kende waren niet van deze grootte. Jammer genoeg werd het gebouw tijdens de oorlog gebombardeerd en was het helemaal beschadigd. 

Voor mijn vava is de ruïne van deze kerk, naast de verschillende nieuwe flatgebouwen op het plein, een heel contrasterend beeld. Hij vindt het goed dat ze de kerk niet helemaal terug hebben opgebouwd omdat je zo letterlijk kan zien wat voor schade een oorlog kan aanrichten aan magnifieke gebouwen zoals deze. De kerk is een van de laatste plaatsen die Jan’s gezin bezocht voordat ze hun woonplaats in Bernau weer zouden verlaten.

De terugkeer 

Wanneer Jan en zijn moeder terug keerden naar Düsseldorf was het één en al puin. Van de gezellige stad was er niets nog over. Wonder bij wonder leefde zijn vader nog nadat hij zich voor een lange tijd verstopt had in de kelder van de fabriek. In augustus 1943 besloot de moeder van Jan dat het te gevaarlijk werd. Ze hadden voldoende geld kunnen sparen om de verdere jaren van de oorlog door te komen en besloten om weer naar België te keren. 

Wanneer in 1944 de Engelsen en Amerikanen de bevolking kwamen bevrijden waren de Antwerpse inwoners erg opgelucht dat de oorlog voorbij was. Maar al snel bleek dat dit niet het einde was. Toen de Duitse soldaten vanuit Noord-Nederland de V-bommen begonnen de richten op Antwerpen was het onheil pas echt begonnen. Wekenlang deden mensen geen oog dicht omdat ze het gevaar vanuit de lucht hoorden afkomen. Deze bommen waren enorm krachtig en maakten een akelig geluid. Wanneer dit geluid stopte, wist men dat de bom ging neerstorten. Mijn grootvader heeft dus erg veel geluk gehad dat niemand van zijn familie hierbij gewond is geraakt. In september 1944 was Boom dan eindelijk echt bevrijd. 

De ervaring die mijn vava heeft meegemaakt in de periode van de Tweede Wereldoorlog is geen doorsnee verhaal. Weinig mensen zijn in die tijd veilig kunnen onderduiken en al zeker heel weinig kinderen konden toen op een aangename manier hun leven verderzetten. Ik ben erg blij dat ik dit verhaal met hem kan delen en vind het een hele eer dat ik rond dit unieke verhaal mijn opdracht mocht maken. Ook mijn immense interesse voor geschiedenis maakte dit Berlijn-verhaal nog persoonlijker. Via dit stuk heb ik ontdekt dat verhalen schrijven iets is wat erg zeer graag doe. Ik hoop dan ook in de toekomst mijn pen vaker vast te nemen en meer van deze uitzonderlijke verhalen te mogen brengen. 

Evi

EVI'S PEN: Tekst
EVI'S PEN: Portfolio
bottom of page